Mat.: les Staal

 

 

 

 

De mens heeft steeds gepoogd om zijn lichamelijke beperkingen te overstijgen. Gereedschappen gebruiken we bijvoorbeeld als iets te veraf staat, iets te zwaar is, iets te klein of te groot is, iets te warm is om het te manipuleren, te fixeren,  of te vervormen. In den beginne gebruikte men haast uitsluitend hout en stenen als hulp; later kwamen daar touwen, textiel, koper, brons, ijzer, staal, snelstaal, diamand, widia , kunstharsen, composieten, en dergelijke bij.

 

 

Wat is staal?

Staal bestaat uit ijzer (Fe) en   koolstof (C),  met een maximum van ongeveer 2 % koolstof ( min is iets van een 0,033%)

Indien we gereedschap willen gaan maken en harden nemen we staal dat minstens 0.35 % C  bevat.

Voor beitels nemen we staal dat ongeveer 1% koolstof bevat.

Opmerking

Deze verhandeling en werkwijze gaat uitsluitend uit van een zuiver koolstofstaal zonder legeringselementen. Alle temperaturen en grafieken zijn hierop geënt.  Met sporen van mangaan en silicium ( elk ongeveer 0,3%  ) wordt geen rekening gehouden omdat het over te kleine hoeveelheden gaat.

Indien we dit soort puur koolstofstaal , indien het veel koolstof bevat, willen harden  zullen we water gebruiken om het staal af te schrikken bij het harden.

 

Koolstofstaal

Koolstof bevindt zich in ijzer niet onder de vorm van koolstof  maar verbonden met ijzer tot Fe3C of ijzercarbide, ook cementiet genoemd. Staal is een legering van ijzer en ijzercarbide.

Ferriet een vaste oplossing van alfa-ijzer met een kubisch ruimtelijk gecentreerd of ook  midblokgecentreerde kristalstructuur genoemd, en is bij zuiver ijzer ( dus geen staal want er is geen koolstof bij) stabiel beneden de 906°C; bij staal verlaagd deze temperatuur al naar gelang het koolstofgehalte. Bij perlietisch staal ( ongeveer 0,8°% koolstof) is het nog 723 °C. Het vormt het hoofdbestanddeel van staal met een laag koolstofgehalte. Het is zacht en taai.

Kubisch ruimtelijk gecentreerd kristalrooster is de benaming voor een type kristalrooster waarbij de ionen , atomern zich op de hoekpunten van een kubus bevinden, en in het midden van de kubus.

Dus  ionen op 8 hoekpunten  en 1 punt in het midden van de kubus

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Perliet  bevat altijd 0.8 C koolstof. Het kan onder twee gedaanten voorkomen. Gewoonlijk wordt het gevormd door schilfers ferriet en cementiet (schilferperliet), indien er eerder korrels aanwezig zijn spreekt men van korrelperliet . Onder een microscoop ziet men deze structuur ,in sommige omstandigheden, gelijkt op parelmoer. Vandaar de naam.

 

Tot een koolstofpercentage van 0.8 % spreekt men van slagvast (onderperlietisch) staal; staal met een gehalte van 0,8% C is perlietisch, boven de 0.8 % C spreken we van slijtvast of overperlietisch ) staal. Een hamer kan uit 0,6 % C – staal en een boor kan uit 1.1% C staal vervaardigd worden. Houtsnijbeitels en marmerbeitels hebben ongeveer 1% koolstof. Een vijl of een rasp maakt men uit staal met ongeveer 1,3 % C . Al deze staalsoorten noemt men ongelegeerd koolstofstaal.

Deze verhandeling en werkwijze gaat uitsluitend uit van een zuiver koolstofstaal zonder legeringselementen.  Met de aanwezige sporen van mangaan en silicium ( elk ongeveer 0,3%  ) wordt geen rekening gehouden. Bij hogere hoeveelheden tellen die wel als legeringselement mee.

 

Naast het koolstof kunnen er nog legeringelementen in gelegeerd worden vb: chroom, vanadium, wolfram, mangaan, silicium, enz. Al naar gelang hun hoeveelheid veranderen deze elementen de eigenschappen van het staal. Staal dat tot 5% legeringelementen bevat is laaggelegeerd, met een hoger legeringpercentage heeft men te maken met hooggelegeerd staal. Bij een zeer kleine percentage legeringselementen spreken we nog steeds van ongelegeerd staal. Bij het verwerken van deze materialen steeds de gebruiksaanwijzing van de fabrikant volgen.

 

Deze verhandeling en werkwijze gaat uitsluitend uit van een zuiver koolstofstaal zonder legeringselementen.  Met sporen van mangaan en silicium ( elk ongeveer 0,3%  ) wordt geen rekening gehouden. Ferriet en Perliet  worden door een magneet aangetrokken.

 

 

     °C

 

906

                                           austeniet = vaste oplossing

 

                austeniet + ferriet                                                                            austeniet + cementiet

 

723                                                                 

 

                        ferriet + perliet                                                             perliet + cementiet

 

                       onderperlietisch  staal                                   perliet          overperlietisch staal

 


             0,033% C (koolstof)                             afgerond   0,8%                                         max ongeveer 2 % C

Uit de tabel ijzer - koolstof tabel maakt alles duidelijk

Voorbeelden

De hamer met 0.5 of 0.6 % C bevat in ongeharde toestand ferriet en perliet. Een beitel ( overperlietisch) zal voor het gehard wordt uit perliet en cementiet bestaan

Cementiet is de naam voor ijzercarbide ( Fe3C) ; het is een verbinding tussen ijzer en koolstof. De verbinding is zeer hard en bros en kan door de verdeling in het staal de eigenschap hiervan sterk doen beïnvloeden. Hoe fijner de verdeling is en hoe hoger het gehalte is hoe meer de sterkte toeneemt. De elasticiteit vermindert, het staal wordt minder taai.

 

Austeniet is een vaste oplossing ( mengkristal) van gamma-ijzer. Bij kooltofstaal is het alleen op hoge temperatuur bestendig. Bij de overgang van alfa-ijzer naar gamma-ijzer wordt het kristalrooster omgeklapt, bij perlietish staal gebeurt dit in één keer op een temperatuur van 723°C. er is dan ook geen cementiet of ferriet  meer te vinden. Alle koolstof is opgelost. Bij langzame afkoeling wordt er opnieuw perliet gevormd.

Kubisch vlakgecentreerd  is de benaming voor een type kristalstruktuur waarin de ionen of zich op de hoekpunten van een kubus bevinden, en op de middens van de zijvlakken. Er zijn dus geen ionen, atomen in de kubus, enkel op de kubus, 5 per zijde ( per vlak). Austenuiet wordt niet aangetrokken door een magneet ( als enige toestand in het kader van deze les)

 

 

 

 

 

 

 

 


Bij een snelle afkoeling of afschrikking blijft het austeniet niet behouden maar ontstaat een soort dwangstructuur: het martensiet.

Martensiet is een dwangstructuur dat ontstaat na een zeer snelle afkoeling van austeniet. Het is zeer hard, heeft een naaldvormige structuur en is het hoofdbestanddeel van gehard staal. De overgang van austeniet naar martensiet gebeurt niet onmiddellijk tijdens de snelle afkoeling maar begint slechts bij een temperatuur van ongeveer 200°C; het martensiet startpunt genoemd. Bij ongelegeerd koolstofstaal staal moet binnen de 4 seconden gekoeld worden; van hardingstemperatuur tot het martensiet startpunt, indien men het staal wil harden. Dit wordt de kritische afkoelsnelheid genoemd. Hiervoor wordt water gebruikt omdat dit de grootste afkoelcapaciteit heeft.

Deze verhandeling en werkwijze gaat uitsluitend uit van een zuiver koolstofstaal zonder legeringselementen.  Met sporen van mangaan en silicium ( elk ongeveer 0,3%  ) wordt geen rekening gehouden.

Alle perlietisch en overperlietisch staal uit deze categorie zal na harden altijd 66 HRc ( Rockwell Diamant Schaal), dus glashard zijn, en in deze toestand te hard zijn voor elke toepassing. Martensiet wordt aangetrokken door een magneet. Het is de grote interne spanning veroorzaakt door de dwangstructuur die de hoge hardheid geeft.

Deze dwangtoestand wordt reeds bij het verwarmen op 100°C gedeeltelijk afgebroken: het ontlaten.

We zullen de beitel ontlaten op ongeveer 235° Celcius bij een strogele oxidatiekleur. Hiervoor raadplegen we het technisch blad over het specifieke staal, geleverd door de fabrikant, handelaar.  We willen 60 HRC bekomen, tussen buigen en breken. Hoe hoger de ontlaattemperatuur, hoe meer de hardheid wordt afgebroken, hoe "zachter" het wordt. In de volksmond noemt men het: " temperen".  

 

 

 

 °C

   

906

                                                           austeniet = vaste oplossing

                                                                                                                                    austeniet + cementiet

                austeniet + ferriet                                                                           

                                                                                                                                             max temp voor harden            hardingszone

                                                                                                                                                                                                     min temp voor harden     hardingszone  

723 °C                                                                                               

 

 

 

 200                                 Martensiet startlijn                

                                                           martensiet                                   martensiet

             0.05 C                                               afgerond   0,8 C                                              ongeveer  2% C ( Koolstof)

 

 

 

Maken van beitels ( Steeds kijken naar het technisch blad ven de fabrikant)

1 Gloeien

Enkel bij het herbewerken van reeds gehard staal. Het opnieuw uitslaan ( smeden ) van reeds gemaakt

gereedschap

Doel: spanningen uit het staal halen. Nieuw staal wordt in zachte toestand geleverd en hierdoor wordt deze stap hier overgeslagen

Hoe: er zijn verschillende gloeimethode. Zonder ovens kunnen we enkel het kortstondig gloeien aan de hoogste gloeitemperatuur., het "normaalgloeien" gebruiken.  We verwarmen langzaam tot een 760 ° Celsius en koelen daarna traag af., Bijvoorbeeld in warme kolen naast de eigenlijke vlam in het smidsvuur. Niet in de blote lucht dus, maar in isolatiemateriaal..

 2 Het smeden

Het vormgeven. Traag verwarmen tot 730° C en daarna snel tot   Max  1000 graden. Vooral niet hoger. Stoppen met smeden waneer de temperatuur tot 800°C is gedaald. Daarna terug verwarmen. enz. Snel en krachtig werken met een zo zwaar mogelijke hamer.

 3 Gloeien

zelfde doel en werkwijze als in 1 ste stap

4 Harden

traag opwarmen tot ongeveer 780 ° Celsius. Het te harden deel in koud water ( of toch kamertemperatuur) . Heen en weer gaan in het water en het tijdelijk uithalen, ( na ongeveer 5 seconden) . Het geharde gedeelte is nu glashard, In een beweging door gaan we ontlaten . Voor marmerbeitels harden we ongeveer 1 cm, tellend vanaf de snede, , voor houtbeitels en gutsen harden we veel meer.

5 Ontlaten

Snel blank schuren met een schuursteentje. en  op de oxidatiekleuren letten. Door de restwarmte in het ongeharde gedeelte gaat de temperatuur van het geharde staal terug hoger worden door de warmtegeleiding. eerst verschijnt lichtgeel, het wordt donkerder en op 235 °C wordt het strogeel. Wanner dat de snede bereikt stoppen het proces we en  koelen we het geharde gedeelte door het in water onder te dompelen. Eigenlijk kunnen we ook de hele beitel in het water steken. We hebben nu snijvlakken van 60 HRc .

Hoe hoger de ontlaattemperatuur hoe mlinder hard het geharde staal zal worden.

Doel: glashard staal 66 HRc is te hard voor welke toepassing ook. Deze hardheid ( spanning) van het staal wordt wat gemilderd, getemperd, door het ontlaten. We willen 60 HRc bekomen, tussen buigen en breken. Voor houtbeitels en gutsen gaat deze methode niet. na het harden wordten ze volledig afgekoeld en in een oven terug opgewarmd om t§e ontlaten. De ontlaattemperatuur valt binnen het bereik van een huishoudoven. Wel letten op de oxidatiekleur want de temperatuurregeling op dergelijke ovens zijn onnauwkeurig..

 

Gloeitemperaturen en hun kleur = lichtemmisie

beginnend rood               550-560 °C                  rood - oranje       880 tot 1050 °C  

donkerrood                      730 °C                         oranje                 1050 °C

donker kersenrood          750°C                          geel                     1150 °C

kersrood                          780 °C                         wit                        1300 °C

licht kersrood                   800 °C                        helwit                   1400 - 1600 °C

 

licht rood                          830 °C

 

Ontlaatkleuren en hun oxidatiekleuren

geel                        220 °C                          roodbruin                             255 °C

donker strogeel      230 °C                          purper tot grauwblauw         275 -  345°C

geelbruin                240 °C                          grauw                                   350 °C

 

 

Enkele andere staalsoorten

 

O1 Steel  Olie hardend

 

Typical Analysis            

Koolstof            0.95%   Mangaan          1.25%

Chroom            0.50%   Wolfram            0.50%

Vanadium         0.20%

 O1 Tool Steel

PDF datasheet

 

O1 tool steel stockholders and suppliers, delivering to the whole of the UK. West Yorkshire Steel are stockholders and suppliers of O1 tool steel round bar, flat bar and plate. This grade is an oil hardening tool steel type supplied in the annealed condition. O1 tool steel offers good durability, gives excellent wear resistance and holds a good cutting edge. With these properties it is an excellent general purpose tool steel often used where the expense of a high carbon high chromium tool steel would not be justified.

 

 

 

We welcome export enquiries for tool steel. Please contact our sales office and consult our shipping policy for further details.

 

 

Related Specifications

AISI ASTM A681 DIN 17350 BS EN ISO 4957

O1 Typical Analysis     

Carbon             0.95%   Manganese       1.25%

Chromium         0.50%   Tungsten          0.50%

Vanadium         0.20%

Form of Supply            

 

West Yorkshire Steel are stockholders and suppliers of O1 tool steel round bar, flat bar, plate and block. Diameters can be sawn to your required lengths as one offs or multiple cut pieces. Rectangular pieces can be sawn from flat bar or plate to your specific sizes. O1 ground tool steel bar can be supplied, providing a quality precision ground bar to your required tolerances.

 

Contact our experienced sales team who will assist you with your O1 tool steel enquiry.

                                                          

                        Sheet   Plate    Flat      Diameter

Ground Flat Stock        

 

Precision ground flat stock / gauge plate can be supplied in O1 tool steel. Stocks are available in a wide range of sizes. Metric sizes are supplied in 500mm and 1000mm lengths. Imperial sizes are supplied in 18" and 36" lengths. Subject to size suitability and availability non standard sizes and lengths can be produced in approximately 2 to 3 weeks. 

Applications     

 

Typical applications for O1 tool steel include medium run dies, intricate press tools, drawing punches, broaches, bushings, lathe centres, chuck jaws, master cavity sinking hobs, paper cutting machine knives, plug gauges, thread gauges and precision measuring tools. Also commonly used in applications such as cams, cloth cutting knives, cold taps, reamers, collets, cutting hobs, strip slitting cutters, trimmer dies, tube expander rolls, plastic moulds and woodworking knives

Forging            

 

Heat slowly and begin forging at 980-1000°C. Do not forge below 800°C. After forging O1 tool steel, cool slowly preferably in a furnace. 

Annealing        

 

O1 is supplied in the annealed and machineable condition. Re-annealing will only be necessary if the steel has been forged or hardened by the tool maker. To anneal, heat the O1 tool steel slowly to 740-760°C, soak well and allow to cool in the furnace to 500°C or below, before withdrawing. Annealed hardness will be about 229 Brinell.

Stress Relieving          

 

When parts are heavily machined, ground or otherwise subject to cold work, stress relieving will be beneficial prior to hardening. Heat the O1 steel component carefully to 670-700°C, soak well and allow to cool in air.

Hardening        

 

Heat slowly and if possible pre heat at 300-500°C before raising to the hardening temperature of 780-820°C. Pre heating is especially desirable for complex sections. Soak thoroughly allowing 30 minutes per 25mm of ruling section before quenching. Light sections should be quenched in oil from the lower end of the hardening temperature range. Tempering is always necessary after hardening.

Martempering   

 

Martempering is an alternative hardening procedure which may be used when suitable salt bath equipment is available. By this method internal strain, distortion and risk of quench cracking are reduced to a minimum. Pre heat at 360°C then increase the heat to 800°C for sections 3mm thick or less, or to 820°C for sections over 3mm thick. Soak according to section then quench into molten salt, held at 210°C. Allow sufficient time for the centre of the piece to reach bath temperature, withdraw and cool in the air. Tempering will then be necessary. Hardening from a neutral salt bath, will reduce the possibility of scaling or decarburisation. Heat to 830-850°C and after equalisation quench in oil.

Tempering       

 

Temper between 100°C and 350°C. Soak well at the selected temperature and soak for at least one hour per 25mm of total thickness.

 

 

 

 

           

Temperature [°C]          100       150       200       250       300       350

Hardness [HRc]            64-63    63-62    62-61    60-59    58-57    56-55

Heat Treatment            

 

Heat treatment temperatures, including rate of heating, cooling and soaking times will vary due to factors such as the shape and size of each O1 steel component. Other considerations during the heat treatment process include the type of furnace, quenching medium and work piece transfer facilities. Please consult your heat treatment provider for full guidance on heat treatment of tool steel grades.

Final Grinding   

 

Select the correct grade of wheel in consultation with the grinding wheel manufacturer. Ensure the grinding wheel is in good condition by means of a suitable dressing tool. Wet grinding is a preferable option using a copious supply of coolant. If dry grinding is resorted to then use a very soft wheel.

Quality Assured Supply            

 

O1 tool steel is supplied in accordance with our ISO 9001 : 2008 registration.

 

 A2 Tool Steel Harden in geforceerde luchtstroom

PDF datasheet

 

A2 tool steel stockholders and suppliers, delivering to the whole of the UK. West Yorkshire Steel are suppliers of A2 steel in round bar, flat and cut plate (to your required sizes). An air hardening tool steel which, after heat treatment, offers a high abrasion resistance coupled with toughness. Due to its lower chromium content, the wear resistant properties of A2 are not as great as those to be found in high carbon, high chromium steels such as D3 and D2 but it is much easier to machine than the latter specifications and can be ground to a cutting edge which is less liable to crumble in service. Where tools of a large mass are being produced A2 tool steel, being an air hardening quality, is more suitable than the oil or water hardening tool steels.

 

 

 

We welcome export enquiries for tool steel. Please contact our sales office and consult our shipping policy for further details.

 

 

 

Related Specifications

AISI ASTM A681 DIN 17350 BS EN ISO 4957

Typical Analysis          

Koolstof            1.00%     mangaan        0.50%

Chroom            5.00%    Molybdeen       1.00%

Vanadium         0.20%

Form of Supply            

 

Supplied as round bar and plate; flats and diameters can be sawn cut to your required sizes. Ground steel bar can be supplied, providing a high quality precision finish to your required tolerances. A2 tool steel can also be produced as Ground Flat Stock / Gauge Plate, in standard and non standard sizes.

 

Contact our experienced sales team who will assist you with your A2 tool steel enquiry.

                                  

                        Flat      Diameter

Ground Flat Stock        

 

Precision ground flat stock / gauge plate can be produced using A2 tool steel. Subject to size suitability and availability pieces can be produced in approximately 2 to 3 weeks. Standard and non-standard sizes are available.

Applications     

 

A2 steel offers goods results when used for cold forging dies, coining dies, cold heading dies, shear blades, knurling tools and as cutting knives for paper, wood, fibre and resin-bonded material.

Forging            

 

Preheat at 650-680°C before raising the temperature to 1050-1100°C and soak until uniformly heated. Initial hammer blows should be light due to the comparatively high hot strength of this steel. The forging temperature must be maintained above 1000°C until the metal begins to yield. Final forging should not be done below 900°C. Slow cooling after forging is essential to avoid the possibility of cracking.

Annealing        

 

A2 steel is supplied in the annealed condition. Re-annealing will only be necessary if the toolmaker has forged the steel, or if a hardened tool has to be re-machined or re-hardened. Heat slowly to 850-870°C. After a minimum of two hours at this temperature the furnace temperature should be lowered to 730-750°C and held there for four to six hours. Allow to cool very slowly in the furnace to 600°C or below before removing the steel to cool in air.

Stress Relieving          

 

When heavy machining and-or grinding of A2 tool steel has been carried out, it is advisable to stress relieve in order to minimise the danger of distortion or cracking during the subsequent heat treatment. To stress-relieve, heat the tools slowly to 670-700°C, soak for a minimum of two hours per 25mm of section and allow to cool down in the furnace. The tools can then be finish machined, leaving on an allowance for final grinding after hardening and tempering.

Hardening        

 

Pre-heat slowly to 790-820°C and thoroughly soak at this temperature. Continue heating to the hardening temperature of 950-980°C. Allow sufficient time for the A2 tool steel component to become evenly heated through. Withdraw from the furnace and then either air cool or oil quench. The steel may be protected against scaling and decarburisation by heating in a reducing atmosphere furnace, heating in a neutral salt bath, or by pack hardening. Temper as soon as the tool is hand warm.

Tempering       

 

Temper with the least possible delay after hardening. Heat slowly to the required tempering temperature. Soak for one hour per 25mm of section (one hour minimum) and allow to cool in air. Double tempering is recommended, the second temper being a repetition of the first.

 

 

Temperature [°C]          150       200       250       300       350       400

Hardness [HRc]            62-61    61-60    60-59    59-58    58-57    58-57

Final Grinding   

 

When grinding hardened A2 tool steel select the correct grade of wheel in consultation with the grinding wheel manufacturer. Keep the grinding wheel in good condition by means of a suitable dressing tool. Wet grinding is preferable using a copious supply of coolant. If dry grinding is resorted to, us a very soft wheel.

Heat Treatment            

 

Heat treatment temperatures, including rate of heating, cooling and soaking times will vary due to factors such as the shape and size of each A2 steel component. Other considerations during the heat treatment process include the type of furnace, quenching medium and work piece transfer facilities. Please consult your heat treatment provider for full guidance on heat treatment of tool steels.

Quality Assured Supply            

 

A2 steel is supplied in accordance with our ISO 9001 : 2008 registration.