review houtsnijgutsen van Pfeil,
Dastra, Henry Taylor
Dastra is overgenomen door Kirschen ,
hun vakhuis-werkplaats(je) ligt tegen de grond. De
nieuwe Dastra beitels worden in de voormalige werkplaats van Heinrich Bracht gemaakt. De gereedschappen zien er anders
uit en worden nu waarschijnlijk uit een "Kirschenstaal"
gemaakt, maar zijn gelukkig niet zo gepolijst. Relatief nieuw op de markt,
dus de kwaliteit moet
onderzocht worden .
Eerst
maar eens kijken naar de gladiatoren die de arena ingaan. De bovenst is een Pfeil, daarna een guts van de nieuwe Dastra en als
laatste een Henry Taylor.
Eerlijk gezegd, de Henry Taylor
ligt erbij omdat die exact dezelfde breedte had. In de strijd liet die zich
vervangen door een iets smallere, iets vlakkere Henry
Taylor guts. De nummer 5
op de foto vond ik te hol tov de andere gutsen en
daardoor minder geschikt voor deze test.
Eens van
naderbij naar de gutsen kijken. Ze hebben allen ongeveer hun oorspronkelijke
lengte nog. Het scheelt hoogstens 2 mm.
Ze hebben allen een totale lengte van 25,2 cm
Bij het design van Pfeil
hoort hun lange slanke handvat, daar zijn ze niet gierig mee. Je krijgt wel
korter staal in de plaats.
Dastra levert een staal van gemiddelde lengte.
Henry Taylor geeft 1 cm
staal meer dan Pfeil. Zij "bezuinigen"
dan weer op het hout .
Het handvat van de Dastra is op de dikste plaats ,
gemeten tussen de vlakken
30,0 mm en eenzelfde meting op de Pfeil levert 25,3
mm op. Dat verschil voel je tijdens het werken met de
gutsen. Pfeil is aan de magere kant, maar voldoet.
Dastra ligt comfortabeler in mijn hand. Ter info: ik
heb kleine handen.
Het heft van de Pfeil guts is in essenhout gemaakt,
Henry Taylor gebruikt
beuk, en Dastra kiest voor haagbeuk.
Haagbeuk is de beste keuze uit de drie houtsoorten, dan volgt essen, beuk is
de minste. Al deze houtsoorten voldoen, en een nieuw heft maken , indien het
oude versleten is , is een geen moeilijke klus.
Nog wat
details van de gutsen
beginnen met Dastra
Dastra gutsen zijn stevig gebouwd, hebben een stevige beitelborst, zijn aan
de binnenkant g, binnenkanaal , glad gepolijst, maar
het is in mijn ogen minder storend dan de hoogglans van Kirschen.
Deze laatste vind ik erg storend. Vernis zoals op het
stal van de Kirschen , lijken ze op de Dastra
gutsen weggelaten te hebben.
Verder zijn zowel het nummer van de pas (relatieve kromming van het binnnenkanaal ) en de breedte in het staal gestempeld.
Het nummer van de pas volstaat voor mij, maar meer info
kan ook geen kwaad.
De guts van Henry Taylor. Deze guts wordt , met de hand gesmeed onder een springhamer. Een
kenmerk is dat deze guts nog zwart is en het binnenkanaal de strogele
oxidatiekleur ontstaan bij het temperen van het staal.
Er staat heen merk meer op het staal , en ook geen
nummer. Lang geleden sloegen ze hun embleem, een grote eikel, en het nummer
in het staal. Een 40 jaar geleden was dat een kleine eikel . Ze slagen de
laatste jaren wel een nummer in het hout. Mogelijk is dat op aanvraag van Dictum, die deze gutsen onder eigen naam verkoopt.
Pfeil gutsen zijn in Vlaanderen en Nederland waarschijnlijk
wel het meest bekend. Het afgebeelde exemplaar is al wat ouder en heeft nog
de een PU vernis.
De pijl en het nummer zijn in het staal geslagen en op het heft staat er Swiss Made en op de huidige gutsen staan ook nog het
nummer en de breedte op het hout.
De test
De test is een persoonlijke test. Ik wil voor mezelf uitmaken of de nieuwe
Dastra voor mij voldoet of niet.
De test is niet bedoeld om in een houttijdschrift of in testaankoop te zetten
of zo. Het is een snelle, ietwat minimale, primitieve test
Doel van de test:
Te weten komen hoe de standtijd van de snede van de Dastra zich verhoudt
tegenover de standtijd van de Pfeil en Henry Taylor gutsen. Dus hoe
lang blijven de Dastra guts scherp in vergelijking met de
twee andere merken.
Eventueel secundair doel: een rangorde
De test is geen verfijnde test/verfijnde metingen zijn uitgesloten.
Enkel indien er een significant verschil in standtijd tussen de merken aan licht komt, dan kan er een
kwaliteitsvolgorde gemaakt worden. Omdat het niet zeker is dat de test
herhaald wordt en ook geen andere soort test gedaan wordt, moet het verschil
wel duidelijk zijn alvorens hier conclusies uit gehaald kunnen worden. Een
rangorde maken is niet het hoofddoel van de test.
Voorbereiding: het slijpen van gutsen
Alle gutsen worden geslepen onder dezelfde hoek( 23 graden) . Hiervoor wordt
een dubbele bankslijper gebruikt met een degelijke ,
in te stellen, beitelsteun erop. Deze beitelsteun blijf
onder dezelfde hoek staan. Deze wordt niet veranderd tijdens het slijpen van de verschillende gutsen.
Daarna worden de gutsen afgewet met coticule aan de
buitenvouw. Er worden uiteraard geen microvouw aangewet.,
niet over de kop gewet. We moeten immers steeds de uiterste controle over het
sturen van de guts hebben. En die verlies je als je
een bolle vouw of een microvouw hebt. Dat is de reden dat er met het
machinaal slijpen een holle vouw moet
bekomen worden. Dit kunnen we ook bekomen op een
"natte slijpmachine" zoal Tormek of op
een wiel van een grote bandschuurmachine.
De hoek waaronder afgewet en gepolijst wordt, moet gelijk zijn aan de
machinale (holle) slijphoek. zijn.
Met een Hard Arkansas steentje wordt de binnenkant
(binnenkanaal )van de guts gewet. Dit steentje wordt onder een hoek van 8
graden gehouden. Er is dus een kleine binnenvouw.
Daarna wordt zowel de binnenvouw en buitenvouw handmatig gestropt.
Polijstrood (dodekop) op een plankje met leder erop en op een vormpje met
leder erop voor de binnenvouw, is het polijstmiddel.
Ook hier wordt met aandacht gewerkt, gestropt, om niet over de kop te
polijsten.
Het afwetten en polijsten worden steeds tot en minimum beperkt om de holle
slijpvorm zoveel mogelijk te behouden. Dan kan er nog een aantal keren gewet
worden zonder dat de vouw bol wordt.
Noot: om een wat ruwer stalen vlak fijner te schuren of te polijsten, moeten
er schuurmaterialen van verschillende korrels worden gebruikt. Hierbij moet
men zorgvuldig schuurmateriaal met steeds fijnere korrels gebruiken:het opklimmen van de korrelgrootte. . Erover wakend dat
men geen grote sprongen maakt in korrelgrootte.
Bij het afwetten van een vouw daarentegen is het
opklimmen met van de korrelgrootte absoluut niet nodig: na korrel 60 van de
dubbele (droge) slijpmachine kan er onmiddellijk naar korrel 7000 van de coticule of Hard Arkansas
worden gegaan., en daarna naar de strop. Aan de buitenvouw zou eventueel een
tussenstap kunnen gedaan worden, tussen machine en coticule,
met de fijnste diamantplaat ( ongeveer korrel 1200) of op de fijne kant van
een tweezijdige oliesteen. Een 4 tal bewegingen op deze stenen volstaan, niet
meer doe dan dat doen, daarna naar de coticule.
Hieronder de Pfeil guts
De test bestaat eruit om in
de gutsen in beukenhout te slaan.
Op elke guts wordt even veel en even hard geslagen. Daarna wordt de volgende
guts genomen voor dezelfde behandeling enz. Elke guts wordt in een dubbele
rij , of tweemaal naast elkaar , 5 maal na elkaar in
het hout geslagen.
Er werd eerst banen uitgetekend op het hout.
Enkel voor de groepsfoto's steken ze alle drie in het hout. tijdens het werken
was er natuurlijk maar één tegelijk in het hout. De anderen zouden constant
omvallen, en dat is niet bevorderlijk om de standtijd van een guts te meten.
Er werd best stevig op geramd. Op de foto staat de Henry Taylor. Een minder goed
geharde guts zal wel snel opgeven, dacht ik.
Om nu te zien hoe lang een
guts voor houtsnijden scherp blijf wordt er door een hoek aan de kopse kant
gesneden . Hierbij wordt de guts omgekeerd gebruikt: met het binnenkanaal
tegen het hout en de vouw naar boven.
Omdat er stevig gehakt werd , sturend op de vouw,
verschijnen de bramen in het binnenkanaal van de guts.
Moesten we op dezelfde wijze een steekbeitel testen dan verschijnen de bramen
aan de spiegelzijde van de beitel.
Indien er bramen gevorm worden of de snede niet
helemaal strak staat den krijgen we geen mooi glad oppervlakte, maar zijn er
krassen op het oppervlakte. Op de foto is met een rode
lijn de snijrichting weergegeven. In de snijrichting zijn er veel krassen te zien..
Vanaf het moment dat die krassen verschijnen is de guts
onscherp en kennen we de standtijd.
Bij het verschijnen gaat men zeker de guts opnieuw
slijpen of afwetten en natuurlijk ook stroppen.
Wat eerder afweten en stroppen is beter wanneer men echt een beeld of
ornament aan het snijden is, maar daar gaat het nu niet om.
Test guts Pfeil, Henry
Taylor en Dastra.
Het doel was om te bestuderen hoe de nieuwe Dastra, nu gemaakt door Wilh. Schmitt & Comp in de vroegere werkplaats van Heinrich
Bracht, dat ze al veel vroeger overnamen en waarin ze reeds
lang ook (Kirschen-) gereedschappen maken.
Is er een duidelijk verschil tussen de standtijd van de verschillende gutsen,
geslepen onder dezelfde snijhoek, dan zouden we een
rangorde kunnen maken voor wat betreft de standtijd.
We kunnen ervan uitgaan dat de drie merken een ander staal gebruiken. Pfeil beweert in ieder geval dat hun gelegeerd staal
speciaal voor hun gemaakt wordt, volgens hun
specificaties. Kischen
schrijft: " For chisels, sculptor's chisels,
we use only high-carbon steel of our own mixture with a hardness of HRc 61". Het is het meest praktische voor deze firma dat hetzelfde
staal nu gebruikt zou worden voor de Dastra houtsnijgutsen.
Ik denk dat Henry Taylor een klassiek O1
staal gebruikt , maar dat is geen gegeven van de
firma zelf.
Leiden die verschillende staalsoorten tot verschillende standtijden?
Alles hangt er natuurlijk ook van het smeden, gloeien , harden , ontlaten of
temperen af ..
HRc of de hardheid op de schaal van Rockwell diamant is geen echt bruikbare indicator. Een
praktijktest zal beter de kwaliteiten tonen dan dit cijfer.
En?
De drie gutsen hielden het exact even
lang hun scherpte
Ze hebben alle drie een even lange standtijd, er is lang op geramd geweest,
voordat ze hun scherpte opgaven
De Dastra doet niets onder tov de
andere twee merken, en dat is het antwoord op de vraag. Pfeil
is niets beter dan de andere merken. Enz...
Verschil in HRc cijfertjes doen het dus niet, maar
dat was al langer gekend.
Verschil in staalsoorten en bijhorende thermische behandelingen resulteerden
niet in een verschil in standtijd in deze test. Tja, verschillende wegen leiden
naar Rome.
Over staal gesproken: een fabrikant van kwaliteitsgereedschap zal natuurlijk
een lange standtijd willen en ook nodig hebben anders is het geen
kwaliteitsgereedschap. Maar daarom zal die niet noodzakelijk het allerbeste (
volgens welke criteria?) gebruiken : beschikbaarheid
van het staal en prijs tellen ook. Het
"gemakkelijk" industrieel verwerken van het staal is ook
belangrijk. Een guts uit waterhardend puur koolstofstaal waaruit men ook
prima houtsnijgutsen kan maken, gaat de industrie
bijvoorbeeld niet meer maken.
Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten Antwerpen DKO
Atelier Hout - Beeld
2de
verdieping
Blindestraat 35, 2000 Antwerpen
terug naar homepagina van deze website https://www.houtsnijden.eu
|