Het sturen van beitels en gutsen:

met hamer of hand?

 

 

 

Gutsen sturen met hand of hamer hangt van een aantal  factoren af

 

 

 

Het algemeen geldend principe

 

De precisie van een motorische handeling neemt omgekeerd evenredig af naarmate de toegepaste kracht stijgt.

 

 

 

 

 

Daaruit volgt:

 

1 De precisie van het sturen bij het met de hand duwen van de guts of beitel neemt af naarmate de toegepaste kracht stijgt. Dus harder duwen met de hand  is minder precies werken, geeft minder controle over de motoriek. Denk ook aan uitschuivers op het ogenblik dat de guts het hout verlaat. Bij gotisch maaswerk bijvoorbeeld kan het zijn dat men het volgende element ongewenst raakt.
Dit hangt natuurlijk ook af van de vorm van de vouw, de uiteindelijke scherpte, en over hoe virtuoos men juist kan sturen, en de exacte beweging die men maakt, motorische mogelijkheden, enz.

 

We sturen de beitel en gutsen met de hand, wanneer er een relatief lichte arbeid moet verricht worden. Bij het afwerken of wanneer grote precisie is vereist , nemen we slechts dunne lagen hout af.


2 Een lichte hamer is in dat opzicht een veel onderschat gereedschap. Het wordt gebruikt wanneer duwen ook  nog wel zou gaan, maar is vaak preciezer. Vaak zal men , indien het slecht om enkele slagen gaat, vaak kloppen met de handpalm in plaats van naar een hamer te grijpen..  

 

3 Zware hamer: indien men meer materiaal moet wegnemen moet men een zwaardere hamer gebruiken. Dan doet de hamer het meeste werk. indien de hamer te licht zou zijn, zal de beeldhouwer, of andere gebruiker,  dat proberen te compenseren door harder te slaan. Fout: dit is inefficiënte krachtverspilling en het gemis aan hamergewicht wordt te weinig gecompenseerd door excessief veel energie, kracht , te verbruiken. De energie van de slag (impact) staat ondermeer  in relatie staan tot het gewicht van de hamer. Een ontspannen motoriek met een zware hamer is de goede weg om veel hout weg te nemen, of om gaten te kappen (bij meubelmaken, vb: pen en gat verbinding). Zelfde geldt voor het werken met bijlen.

 

4 Een goede ambachtsman gebruikt zijn hoofd en gebruikt zo weinig mogelijk kracht. Macho's verslijten sneller. Indien men lang en repetitief kracht zet bij het maken van dezelfde bewegingen, krijg je problemen: tennisellebogen, ontstoken polsen, schouders, enz.

5 Bij de afwerking , bij het volgen van lange banen, met niet al te brede gutsen en beitels is het duwen natuurlijk de meest aangewezen methode. Toch geldt de basisregel ook hier: steeds het breedste gereedschap nemen dat men voor de job kan gebruiken.

Persoonlijk heb ik iets tegen elk soort hamer met een kleine  metalen, ronde kop, voor het houtbewerken.  Ze drijven het hout van de heften van de beitels en gutsen teveel uit elkaar. Minder een probleem bij laag Luiks houtsnijwerk, maar als je er steviger werk mee gaat doen zul je dat snel gewaar worden. Ze werken wel precies.  Indien men ze persé wil gebruiken dan liever een niet met een kop, in staal maar in een zachtere metaal zoals brons.

 

In de opleiding houtsnijden en beeldhouwen in hout aan de academie gebruiken we gewone houten hamers en  flesvormige hamers en met een ronde kop uit hout of  kunststof.


Terug naar educatieve teksten en projecten

 

home: www.houtsnijden.eu                                                          

 

 

 

                                                                                                                                                                                                                                                © Jeroen Humbeeck