OPLEIDING

 

 

Iedereen begint met eenvoudige oefeningen : eenvoudige architecturale elementen, kerfsneden en dergelijke. De moeilijkheid van de werkstukken wordt geleidelijk opgevoerd en aangepast aan de individuele mogelijkheid en wensen van de studenten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Geleidelijkheid is zeer belangrijk om het nodige zelfvertrouwen te verwerven, om de techniek te leren zonder stappen over te slaan en om niet te blokkeren bij een te moeilijke oefening.

 

 

 

De kwaliteit van de beitels, gutsen wetstenen en andere gereedschappen moet zeer hoog zijn om goed werk te kunnen maken. De leerlingen moeten die kwaliteiten kunnen onderkennen. Uiteraard kan alleen met vlijmscherp en juist geslepen gereedschappen goed gesneden worden.

 

 

 

 

Na deze eerste oefeningen komen de ornamenten met blad aan bod. Ook deze zullen geleidelijk moeilijker worden. Ze worden gekozen in overleg met de individuele leerling, die zoals altijd, individueel begeleid wordt.

 

 

 

Er wordt veel belang gehecht aan de beeldende taal, structuur, compositie, ed. Tekenen is een essentiële hulp in het werkproces, het laat toe de vorm en de bouw van het ornament te begrijpen. Voor elk ornament moet er een werktekening gemaakt worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De diverse werkstukken worden met andere ornamenten, beelden schilderijen, architectuur, meubels, ed. vergeleken en zijn een uitgangspunt om zoveel mogelijk aan cultuurstudie te doen. De hierdoor verkregen inzichten zijn uiterst belangrijk voor het inzicht in vormgeving : aan slaafs kopiëren heeft niemand iets.

 

 

 

 

 

 

houtsnijden 1

 

Daarna kan de leerling ook opteren voor beeldhouwwerk zoals hoofden, draperie, volledige beelden, maskers. Eventueel boetseerwerk, giettechniek en dergelijk staat volledig in functie van het houtsnijden en beeldhouwen in hout.

 

 

 

Tenslotte kan er vanuit deze studie een stap worden gezet naar hedendaagse vormgeving, afhankelijk van de  resterende tijd en van de talenten en ambitie van de student. De opleiding eindigt met een eindproef : een door de leerling zelf gekozen en autonoom gerealiseerd project.

© Jeroen Humbeeck