kaptechniek en vormbenadering

 

 

Voor organische vormen en figuratief beeldhouwwerk beginnen we met een grote rotatievorm. Deze vorm is een van de bol afgeleide vorm. Dit zal vaak een ei – vorm of een cilinder zijn. Deze hoofdvorm is een eenvoudige gespannen vorm die juist rond het uiteindelijk beeld gaat. In het voorbeeld hieronder is dit een halve bol.

 

Didactische reeks gemaakt door Jeroen Humbeeck

 

Daarna wordt deze hoofd - of grondvorm onderverdeeld in een zeer beperkt aantal grote secundaire vormen. Door enkel spanningsvolle volumes te kappen, met een rond karakter, verschijnt het beeld steeds duidelijker. Vormen kunnen verplaats worden, de controle over het geheel blijft behouden evenals de gewenste soepelheid. Daarom  worden er geen lijnen, vlakken of profielen gekapt.

 

 

in uitvoering

 

Deze secundaire vormen  worden opnieuw onderverdeeld in een klein aantal vormen. Deze zijn opnieuw spanningsvol. De overgangen tussen de verschillende ronde volumes moeten zacht, vloeiend zijn. Als de relatie tussen deze vormen juist is kan men deze  vormen weer verder onderverdelen. De controle over het beeld blijft op deze wijze behouden. Deze cascade gaat door tot als men de kleinste details in het geheel heeft kunnen plaatsen.

 

 

 

in uitvoering

 

Als alle vormen aanwezig zijn worden de details aangebracht, er wordt nu gefocust op het juiste karakter van deze vormen. De onderliggende vormen moeten er als het ware nog doorheen gevoeld kunnen worden.

 

 

 

In de opleiding Kunstambacht Houtsnijden en Beeldhouwen worden de  voor-  en nadelen van verschillende vormconcepten, dit zijn de manieren om naar vorm te kijken, en de verscheidene kaptechnieken besproken. Uiteindelijk zal bijna alles volgens de krachtigste methode gerealiseerd worden: de sfeer- of rotatietechniek.  Enkel deze beeldhouwtechniek wordt in deze website besproken.

Dit is de enige methode waarbij het vormconcept en de uitvoeringspraktijk van het  boetseren en beeldhouwen samenvallen.

Daarbij is het wel opvallend dat  de technieken van het boetseren ( additie) en het kappen (extractie) juist  elkaars  tegengestelde zijn. Toch zijn deze tegengestelde uitvoeringspraktijken rechtstreeks aan hetzelfde vormconcept verbonden.

 

 

© Jeroen Humbeeck